Nieuws
Uitspraak Hoge Raad - veertiendagen brief
05 december 2016Uitspraak Hoge Raad – veertiendagen brief
Op 25 november 2016 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en de veertiendagenbrief (art. 6:96 lid 6 BW). De in art. 6:96 lid 6 BW bedoelde veertiendagentermijn vangt volgens de Hoge Raad (pas) aan daags na de dag waarop de aanmaning door de schuldenaar is ontvangen. Dat strookt met de bedoeling van de wetgever volgens de Hoge Raad dat de schuldenaar in ieder geval (de volle) veertien dagen de gelegenheid heeft het verschuldigde bedrag te betalen zonder dat incassokosten verschuldigd worden.
In het kort komt de uitspraak neer op:
- De veertiendagentermijn vangt aan daags na de dag waarop de aanmaning door de schuldenaar is ontvangen (ontvangsttheorie).
- Als de schuldenaar de gestelde datum van ontvangst betwist, moet de schuldeiser bewijzen op welke dag de schuldenaar de brief heeft ontvangen.
- De rechter kan uitgaan van de ervaringsregel dat gewone post in veruit de meeste gevallen na een of meer dagen bij de geadresseerde wordt bezorgd. In de regel zal de brief op de tweede dag na verzending zijn bezorgd, waarbij een zondag, maandag of officiële feestdag niet meetelt als tussenliggende dag of dag van bezorging.
- Een onjuist vermelde termijn, die bijvoorbeeld een dag te kort was, kan niet ‘gerepareerd’ worden door nog een korte extra betalingstermijn van bijvoorbeeld een week of tien dagen te geven.
- De rechter moet ook bij zaken op tegenspraak uit eigen beweging onderzoeken of de schuldeiser heeft gehandeld overeenkomstig de eisen van art. 6:96 leden 5-7 en het Besluit.
- Bij een tijdige deelbetaling wordt de hoogte van de verschuldigde incassovergoeding bepaald op basis van de hoogte van het niet (tijdig) betaalde gedeelte.
Juiste formulering
De formulering dat incassokosten verschuldigd worden indien niet betaald is “binnen veertien dagen vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd” of “binnen vijftien dagen nadat deze brief bij u is bezorgd”, voldoet volgens de Hoge Raad wel aan de wettelijke eisen.
Kijk hier voor de volledige uitspraak.