Nieuws
Vrijblijvendheid past niet bij de omvang van het probleem
30 januari 2024
Jemuël J. Wilkes MSc – COO Syncasso, verantwoordelijk voor het operationele beleid van Syncasso. Als partner en bestuurder van Syncasso sterk betrokken bij de inrichting en optimalisering van onze operationele processen. Vanuit zijn achtergrond als Lean Six Sigma Master Blackbelt en met een Master in Management en Organisatie, heeft het verbeteren van de balans tussen cash en care in elke processtap zijn bijzondere interesse.
Wat is er in jouw aandachtsgebied de afgelopen jaren veranderd?
Data en datakwaliteit zijn in onze samenwerking met opdrachtgevers steeds belangrijker geworden. De waarde van data voor de kwaliteit van het incassoproces is inmiddels top of mind. Datakwaliteit is een KPI geworden – zowel voor de data die we ontvangen, als de data die we terug leveren aan onze opdrachtgevers.
We worden uitgenodigd om mee te denken over de voorkant van de interne processen van opdrachtgevers. Om daarmee de keten als geheel te verbeteren. Daarvoor zetten we onze kennis en ervaring in. We hebben bijvoorbeeld met onze dataspecialisten deelgenomen aan verschillende Hackathons van onze opdrachtgevers. Als je daarmee een kwaliteitsverbetering bereikt, heb je daar in het vervolg van je creditmanagementproces veel voordeel van. Veel minder klachten en uitzoekwerk. Data is de norm geworden voor klantgerichtheid. Daar wordt het creditmanagementbeleid op gebouwd.
Hoe ga je met die veranderingen om?
Ik zie dat onze samenwerkingen met opdrachtgevers duurzamer worden, ook in de samenwerkingsovereenkomsten die we afspreken. MVO- en Social Responsible CreditManagement-waarden spelen een belangrijke rol in de afspraken die we maken. Op die manier verduurzaamt op termijn de hele schulddienstverleningsketen, omdat wij op onze beurt van onze eigen samenwerkingspartners vragen om daar ook op aan te sluiten.
Maar onze samenwerking met opdrachtgevers wordt ook op een andere manier duurzamer, in de zin dat er meer dan voorheen vanuit partnership en langjarige overeenkomsten gedacht wordt. Continuïteit en kwaliteit zijn daarvoor de belangrijkste uitgangspunten.
Wat zie je als de belangrijkste ontwikkelingen voor de toekomst?
De maatschappelijke ontwikkelingen eisen van onze opdrachtgevers dat ze een zichtbare bijdrage leveren aan de bestrijding van de armoede en schuldenproblematiek. Die verantwoordelijkheid delen ze met hun partners, de Gerechtsdeurwaarders. Ik verwacht dat aandacht voor armoede- en schuldenbestrijding een (nog) nadrukkelijker vertaling gaat krijgen in onze samenwerking met corporate- en overheidsopdrachtgevers. Niet in de vorm van goede voornemens, maar als afspraken waar we elkaar aan houden. Daarnaast moet de schulddienstverleningsketen effectief met elkaar gaan samenwerken, de vrijblijvendheid van dit moment past niet bij de omvang van het probleem.
Dat vraagt ook van de overheid om actief mee te werken aan het verstrekken van informatie over schulden via het Digitaal Beslag Register (DBR). De Belastingdienst maakt voor de afwikkeling van de toeslagenaffaire al gebruik van Schuldenwijzer, het inzageportaal voor de burger dat gekoppeld is aan het DBR. Dat moet doorgezet worden om met een druk op de knop een actueel en volledig beeld van de schuldenpositie van debiteurklanten te krijgen.
Het oplossen van betalingsachterstanden blijft een kerntaak van de Gerechtsdeurwaarder. Maar daar komen nieuwe taken bij die gericht zijn op het voorkomen van (problematische) schulden. Vanuit onze expertise kunnen we daar veel waarde toevoegen. Voorwaarde voor succes is dat er een verdienmodel komt voor onze inspanningen. We moeten van incidenteel en goede intenties, naar structureel als onderdeel van ons takenpakket.