Nieuws
Relevante uitspraak consumenten-
bescherming en ambtshalve toetsing
28 november 2023
Op 24 november 2023 heeft de Hoge Raad beslist, dat de rechter in verzetzaken de wettelijke termijn van verzet gewoon moet toepassen[1]. Dit is voor veel schuldeisers een positieve uitspraak. Er hoeft niet gevreesd te worden dat er massaal verzet wordt gedaan in oude verstekvonnissen. In dit nieuwbericht lichten we de uitspraak nader toe.
Vraag aan kantonrechter
In een door Syncasso behandelde huurzaak[2] stelde de kantonrechter te Amsterdam op de 20 januari van dit jaar de volgende vraag:
“Leidt de jurisprudentie van het Europees Hof (..). ertoe dat in verzetzaken tussen een handelaar en consument de wettelijke termijn van verzet (ambtshalve) buiten toepassing moet worden gelaten indien uit het verstekvonnis niet blijkt van (ambtshalve) toetsing op oneerlijkheid als bedoeld in de richtlijn van (alle) bedingen die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd, c.q. kunnen worden gelegd?
Laat verzet
Op het eerste gezicht lijkt de beantwoording van deze vraag niet zo interessant, maar dat is het wel degelijk. Namelijk als deze vraag met “ja” wordt beantwoord, dan betekent dit, dat tegen dergelijke verstekvonnissen nog jaren later verzet zou kunnen worden gedaan. Een dergelijk “laat” verzet, geeft onder meer bewijsproblemen, maar het kan ook zijn dat de ideeën van de rechterlijke macht enkele jaren later anders zijn dan op het moment dat het verstekvonnis werd gewezen. Dit is nu aan de hand met de ambtshalve toetsing van oneerlijke bedingen.
Gevolgen laat verzet bij oneerlijke bedingen
In deze gevallen moet dan rekening moeten worden gehouden met een groot aantal verstekvonnissen die in een verzetprocedure worden vernietigd. En op het moment dat een verstekvonnis wordt vernietigd zijn alle executiemaatregelen (ontruimingen, beslagleggingen) die zijn getroffen in beginsel onrechtmatig. Eisende partijen die deze vernietigde vonnissen ten uitvoer hebben gelegd, zouden aansprakelijk worden gesteld voor de schade die is geleden door deze executies.
Positieve uitspraak
De kantonrechter heeft de vraag aan de hoogste rechter in Nederland (de Hoge Raad) voorgelegd. De afgelopen maanden heeft Syncasso samen met Rochdale en de KBvG de nodige argumenten aangevoerd waarom de vraag negatief moet worden beantwoord. De Hoge Raad is hierin meegegaan. Op 24 november 2023 heeft de Hoge Raad beslist, dat de rechter in deze zaken de wettelijke termijn van verzet gewoon moet toepassen[3].
Kracht van gewijsde en gezag van gewijsde
Hiermee is echter nog niet alles gezegd. Het verstekvonnis zelf kan niet worden aangevochten. Dit is het zogenaamde ‘kracht van gewijsde’. Met gewijsde wordt bedoeld het gewezen vonnis’. Dit betekent echter niet dat alle beslissingen van het verstekvonnis ook tussen partijen vaststaan. Door het wellicht ontbreken van het ‘gezag van gewijsde’ kunnen partijen in een nieuwe zaak (bijvoorbeeld een schadevordering wegens onrechtmatige executie) alsnog beslissingen uit het vonnis inhoudelijk betwisten. De Hoge Raad heeft zich niet uitgelaten over dit ‘gezag van gewijsde’.
Voorlopig uitgaan van gezag van gewijsde
In zijn advies aan de Hoge Raad heeft de plaatsvervangend Procureur Generaal aangegeven dat hij van mening is dat er geen gezag van gewijsde toekomt aan beslissingen uit een verstekvonnis als niet is gebleken dat er is getoetst op de oneerlijkheid van bedingen[4]. Uiteindelijk is het aan de Hoge Raad om hier in een eventuele nieuwe zaak uitspraak over te doen. Tot die tijd blijft het onzeker in hoeverre je uit kunt gaan van gezag van gewijsde.
[1] https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2023:1627
[2] https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:189
[3] https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2023:1627
[4] https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2023:817