Juridische begrippen

Hieronder vindt u een lijst met alle juridische begrippen die veel worden gebruikt. Klik op een begrip om de uitleg hierbij te lezen.

 

  • Ambtshandeling

    Het uitvoeren van een bij of krachtens de wet aan de gerechtsdeurwaarder opgedragen taak.

  • BRP

    Basisregistratie Personen vervangt sinds 1 januari 2014 de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) 2014).

  • Beslag

    Er bestaan verschillende soorten beslag: conservatoir of executoriaal. Een conservatoir beslag kan worden gelegd vooruitlopend op een veroordeling. Voor dit beslag is toestemming nodig van de rechter. Een executoriaal beslag is een beslag op grond van een executoriale titel. Dat kan bijvoorbeeld een grosse van een vonnis, een beschikking, een dwangbevel of een notariële akte zijn.

    Is er beslag gelegd? Dan kan de eigenaar ze niet meer vrij gebruiken. Beslag kan worden gelegd op inkomen en op zaken; bijvoorbeeld op loon, toeslagen, inboedel, een auto of andere vermogensbestanddelen.

  • Betekenen

    Het geven van officiële stukken door de gerechtsdeurwaarder aan een persoon waarvoor ze bestemd zijn. De stukken kunnen door de gerechtsdeurwaarder ook op het adres van die persoon in de brievenbus gedaan worden.

  • Beslagvrije voet

    De beslagvrije voet is het deel van het inkomen dat niet in beslag mag worden genomen.

  • Bewindvoerder

    Kan iemand niet meer goed voor zijn geldzaken zorgen? Dan kan een rechter een bewindvoerder benoemen, die deze geldzaken beheert (bewind). Een bewindvoerder wordt ook aangesteld als iemand in de wettelijke schuldsanering zit (WSNP) en bij surseance van betaling van een bedrijf.

  • Boedel

    Het gehele bezit van een persoon: al zijn geld, spullen en schulden.

  • Dagvaarding

    Een officiële, schriftelijke oproep om voor een gerecht (Rechtbank, Gerechtshof of Hoge Raad) te verschijnen. De dagvaarding is het eerste processtuk in een rechtszaak. Het vermeldt waar het in de zaak om gaat en waarom iemand bij de rechter moet komen.

  • Derdenbeslagen

    Een gerechtsdeurwaarder kan beslag leggen bij een derde, op geld of spullen die de derde aan de schuldenaar moet betalen of afgeven.  Bijvoorbeeld een uitkeringsinstantie, belastingdienst, werkgever of een bank.

  • Deurwaarder of Gerechtsdeurwaarder

    Beide benamingen worden door elkaar gebruikt. Een openbaar ambtenaar en zelfstandig ondernemer. Volgens de wet mag hij/zij als enige, dagvaardingen uitbrengen, vonnissen betekenen en gerechtelijke vonnissen uitvoeren. Naast de gerechtsdeurwaarder kennen we ook de belastingdeurwaarder.

  • Eiser

    In een rechtszaak tussen twee partijen (civiele procedure) heet degene die  de procedure start de eiser. De andere partij is de gedaagde.

  • Executant

    Persoon, bedrijf of instantie (de schuldeiser) die een executoriale titel door een deurwaarder laat uitvoeren.

  • Executoriale titel

    Het originele stuk dat een deurwaarder nodig heeft om tot executie (tenuitvoerlegging / uitvoering) te kunnen overgaan. Voorbeelden van executoriale titels zijn de grosse van een vonnis, een beschikking, een dwangbevel of een notariële akte.

  • Executiegeschil

    Een rechtszaak waarbij de gedaagde vraagt de voorgenomen of al genomen maatregelen, zoals ontruimen van een woning of beslag op inkomen, niet uit te voeren.

  • Exploot

    Het stuk dat door een gerechtsdeurwaarder is opgemaakt waarin staat wat hij heeft gedaan. Dit stuk wordt overhandigd aan de schuldenaar.

  • Faillissement

    Een faillissement wordt uitgesproken door de rechter. In de rechterlijke uitspraak staat dat een failliet heeft opgehouden te betalen. In de meeste gevallen gaat het om een ondernemer of onderneming.Vervolgens benoemt de rechter een curator om alle eigendommen (ook wel bezittingen of vermogen) te verkopen om de schulden te betalen.

  • Gedaagde

    De persoon die in een rechtszaak tussen twee partijen (civiele procedure) een oproep krijgt om voor de rechter te verschijnen. De andere partij is de eiser.

  • Geëxecuteerde

    Schuldenaar (debiteur) in de fase dat een vonnis uitgevoerd wordt (executie fase)

  • Gerechtelijke procedure

    Een rechtszaak (procedure) die door de eisende partij wordt gestart om een oordeel van een rechter te krijgen.

  • Griffierecht

    Een bedrag dat op grond van de wet aan de rechtbank  moet worden betaald, voordat de rechter naar de zaak kijkt.

  • Grosse

    De grosse is het originele exemplaar van executoriale titel. De grosse vermeld: In naam van de Koning. Alleen met de originele grosse mag een deurwaarder de opgelegde maatregelen ujtvoeren . Meest voorkomend is de grosse van een vonnis.

  • Incassokosten

    Ook wel buitengerechtelijke kosten genoemd. Kosten die te maken hebben met het incasseren van een betalingsachterstand zonder dat de rechter er aan te pas komt. Dit zijn wettelijke kosten die zijn vastgesteld in de Wet Incassokosten en het Besluit Buitengerechtelijke incassokosten.

  • In persoon betekenen

    De gerechtsdeurwaarder geeft een officieel stuk aan de persoon om wie de zaak gaat.

  • Kosteloze sommatie

    Een betalingsherinnering (WIK), waarin de debiteur een laatste kans krijgt om de betalingsachterstand binnen 14 dagen zonder bijkomende kosten te betalen. En waarbij de incassokosten op het moment dat niet tijdig is betaald, worden vermeld.

  • Liquidatietarief

    Het stelsel op basis waarvan de rechter de kosten van het proces bepaalt. Dit stelsel gaat uit van een tarief (gebaseerd op de hoogte van de vordering) vermenigvuldigd met een aantal punten toegekend voor de verrichte proceshandelingen.

  • Nasalaris

    Dit zijn kosten die de veroordeelde moet betalen voor onder meer het bestuderen en het verwerken van het vonnis.

  • Proceskosten

    Kosten waarin de verliezer van een gerechtelijke procedure kan worden veroordeeld. De rechter stelt deze kosten vast op basis van het zogenoemde liquidatietarief.

  • Proces-verbaal

    Door een bevoegde gerechtsdeurwaarder opgemaakt stuk waarin  staat wat de gerechtsdeurwaarder heeft gedaan. Denk aan beslagleggen of het ontruimen van een woning.

  • Relatieve competentie

    Regels die aangeven in welke plaats een rechtszaak moet worden gestart. Dus de Rechtbank in Leeuwarden of de Rechtbank in Amsterdam etc.

  • Salaris gemachtigde

    Een vooraf bepaald bedrag dat door de rechter in een kantonzaak aan een partij kan worden toegekend. Met dit bedrag kan men dan (een deel van) de kosten voor het inschakelen van een professionele gemachtigde betalen.

  • Schuldeiser

    Degene die een bedrag van een ander (de schuldenaar) moet krijgen.

  • Schuldenaar

    Degene die een bedrag aan een ander (de schuldeiser) moet betalen.

  • Verschotten

    De kosten die een deurwaarder moet maken voor het inschakelen van een andere partij voor het uitvoeren van zijn taak.

  • Vonnis

    Een beslissing van de rechter.

  • Verstek

    Als een persoon die opgeroepen is voor een rechtszaak, niet verschijnt bij de zitting.

  • Verzet

    Iemand die door de rechter is veroordeeld terwijl hij niet bij de rechtszaak aanwezig was ( verstek) kan daartegen in verzet komen.

  • WSNP

    Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Dit is een regeling die bij de rechter kan worden aangevraagd voor mensen met problematische schulden. De WSNP duurt meestal drie jaar. Houdt men zich in die periode aan bepaalde regels? Dan dat betekent dat men dan schuldenvrij is.

Feedback